DE BRON VAN BARMHARTIGHEID

Op het eerste gezicht een onschuldig tafereel. Boven een ontmoeting tussen twee mensen, onder een waterdraagster op weg naar de bron. Pas als je beter kijkt valt de vleugel van de figuur links boven op, die bijna wegvalt tegen de boog erachter. Dit is niet zomaar een ontmoeting, dit is de verschijning van een engel aan een geknielde vrouwenfiguur. Maria en Gabriël.

Gabriël vertelt Maria dat zij een kind zal baren, ofschoon zij geen gemeenschap heeft gehad. Hoe zal zij hierop reageren? Als zij weigert brengt zij de grote belofte aan haar volk in gevaar. Zegt zij ja, dan wordt zij onderdeel van de vervulling ervan. Dan is Maria’s barmhartigheid de bron van Gods genade. Zelf wordt zij hierdoor draagster van de man die aan de Jacobsput in gesprek ging met een Samaritaanse vrouw. Haar deed hij de belofte van het levend water.

Wie daarvan drinkt zal nooit meer dorst krijgen. Zijn  water wordt een bron waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.

Links van Maria en de engel staan twee kruiken. Eentje leeg, de ander gevuld. Met water, uit de bron.

Onkundig van dit alles komt de waterdraagster bij de bron aan. Zij heeft twee lege kruiken bij zich die zij aan de bron zal vullen met het water dat haar meester die dag nodig heeft. Zij is niet alleen dienares, de zorg die zij hem en zijn familie geeft komt uit haar hart. Het is weliswaar haar plicht en opdracht, maar ook haar levensbestemming. Zij kiest ervoor te zorgen voor hen die zij liefheeft. De gang naar de bron vervult haar met vreugde.

Om haar heen staan bloemen, planten en struiken die leven van de bron. De bron geeft zijn heldere water om niet. Het is beschikbaar voor wie het komt halen. Zonder tegenprestatie. Voor wie het maar hebben wil.

Klik HIER voor de volgende aflevering