Driekoningen

Het “belangrijk bezoek” van Bethlehem heeft zijn bestemming bereikt. Drie wijzen volgden een ster die stil is blijven staan boven het tijdelijk verblijf van Jozef en Maria. Zachtjes wiegend houdt Maria haar pasgeboren kind op de arm. Dan legt zij het jongetje terug in de kribbe. De geschenken van de wijzen zijn voor hem bedoeld, niet voor haar.

Eerbiedig knielt de oude grijsaard Melchior voor het kind en biedt het de mirre uit Jemen aan. De kostbare olie, bedoeld voor zijn eigen balseming, geeft hij weg aan de pasgeboren Koning. Geduldig wachten Caspar en Balthasar hun beurt af. De jonge Griek brengt wierook mee, de Nubiër het goud uit Afrika. Alle drie kijken ze het kind recht aan. Ze zijn ontroerd, geraakt, geëmotioneerd. Hun lange zoektocht is ten einde. Zij hebben hun roeping vervuld. Hier in Bethlehem. In deze stal. Heel anders dan zij zich hadden voorgesteld. Toch voelen zij dat dit precies zo heeft moeten zijn.

Verderop stroomt de bron die Bethlehem van water voorziet. Het water is fris en helder. Overdag komen bewoners om eruit te putten. Herders laten hun schapen hier hun dorst lessen. Zo schenkt het water leven aan allen die komen om te drinken. Deze avond gaat de bron gehuld in een vreemd licht van een ster die boven een stal is blijven stilstaan, niet ver uit de buurt. Het sterrenlicht weerkaatst in het water.

Voor de laatste maal keert de herbergierster terug van haar tocht naar de bron. De grote blauwe kruik links is helemaal gevuld, het water dat zij nu bij zich draagt is voor de nog lege, kleinere kruik ernaast. Haar “hoge gasten” zijn in de loop van de avond vertrokken. Zij waren ergens naar op zoek. Zou dat iets te maken hebben met de wonderlijke verhalen die zij overdag gehoord heeft van de herders? Over engelen en een pasgeboren kind in een stal in Bethlehem? Ze hoort dit soort nieuwtjes altijd als eerste, maar ze is de laatste die er geloof aan hecht. Als waardin van het nachtverblijf heeft ze teveel sterke verhalen gehoord.

De herder brengt zijn kudde naar de schaapskooi, waar ze veilig zullen zijn voor de nacht. Ze komen van de bron waar elk dier zich heeft kunnen laven. In een kort gesprek met de waardin vertelde hij van de gebeurtenissen van de afgelopen nacht. Ze luisterde aandachtig, maar de herder kon zich niet aan de indruk onttrekken dat haar interesse geveinsd was. Terwijl hij sprak dwaalden haar ogen af naar de bron. Haar antwoorden waren wat je kunt verwachten van een herbergierster die zich de kunde heeft eigen gemaakt om met iedereen mee te praten zonder te laten merken hoe zij er werkelijk over denkt.

Drie dieren zijn getuige van de gebeurtenissen. De kameel heeft na vele omzwerving met zijn bazen zijn voorlopige bestemming bereikt. Hij heeft gedurende de reis hun kostbare geschenken gedragen. Nu ziet hij hoe ze worden aangeboden aan een pasgeboren kind.

Een speelse kat kijkt toe hoe de herder zijn kudde naar het nachtverblijf brengt. In de verte ziet ze een heldere ster stil staan boven een stal die ze maar al te goed kent. De os die er verblijf houdt wordt ingezet voor de zware arbeid als de velden worden bewerkt. De kat hoeft dit soort taken niet te vervullen. Zij vangt alleen maar muizen en daar is ze heel goed in.

Helemaal links staat de ezel, een beetje afzijdig. Terwijl de koningen de tijd nemen om hun geschenken aan te bieden voelt hij een vreemd soort onrust. Zijn instinct lijkt hem te waarschuwen. Terwijl Bethlehem zich opmaakt voor de nacht loopt bij hem de spanning op. Hij wil weg. Het liefste nu. Maar dat heeft hij niet in de hand.

Maria heeft haar zoon weer in de armen genomen. Ze luistert naar wat de mannen met haar en Jozef bespreken. Ze zullen moeten vertrekken. Vanavond nog. In haar ooghoek ziet ze dat hun ezel er al helemaal klaar voor staat. Alsof die zo snel mogelijk weg wil. Gelaten aanvaart Maria het onvermijdelijke.

De drie bezoekers nemen na het aanbieden van de geschenken en hun waarschuwende woorden afscheid. Ze vrezen dat koning Herodes niet te vertrouwen is. De jonge ouders kunnen nu maar beter gaan.

De wijzen denken terug aan gisteravond. Zij besloten toen de herberg niet meer te verlaten. Alsof ze hun beurt moesten afwachten. Daardoor kwamen de herders als eerste bij de pasgeboren koning. Zo heeft het moeten zijn. In de aanwezigheid van dit kind telt de hiërarchie niet meer. Zij hebben terecht gewacht tot hun tijd gekomen was. Nu maken zij zich op voor de terugtocht. Om mensen hun wonderlijk verhaal te vertellen. Ten afscheid werpen zij een laatste blik op het jongetje. Wat zal er van hem worden?

Klik HIER voor de volgende aflevering