DE BRON VAN VRIJGEVIGHEID

Hoog bezoek in Bethlehem! Drie wijzen tonen blij hun kostbare cadeaus. De gammele houten stal steekt schamel af bij de pracht en praal van de majestueuze kameel. Een wonderlijke ster heeft uitgerekend boven dit onaanzienlijke verblijf halt gehouden, als teken van de plek waar de nieuwe Koning der Joden geboren is. Onopgemerkt kijkt een herder links nieuwsgierig naar wat er allemaal gebeurt. Elders in Bethlehem wordt het normale leven weer opgepakt. Een herder hoedt samen met zijn trouwe hond zijn schapen, de waterdraagster spoed zich naar de bron.

De drie wijzen uit het oosten bieden hun kostbare geschenken aan. De oude Melchior uit het Aziatische India geeft de kostbare mirre die hij in Jemen heeft gekocht. Het goud uit Afrika wordt geschonken door Balthasar de Egyptenaar, die in de kracht van zijn leven verkeert. De nog jonge Griek Caspar heeft wierook bij zich, die hij knielend en voorover gestrekt aanreikt. Ze hebben hun doel bereikt, gevonden waar de ster hen naartoe wees. Een pasgeboren jongentje, een Zoon van Israel. Gods koninkrijk begint met de geboorte van een kind.

De wijzen schenken hun kostbare giften uit vrije wil. Een blijde keuze zonder dwang. Want alleen wat uit vrije hand geschonken wordt is van werkelijke waarde. Het wordt ingegeven door hun hart, de bron van hun vrijgevigheid. Zij verlangen geen tegenprestatie, vragen om niets en bieden in volle overtuiging hun offeranden aan. Zij bidden dat deze aanvaard zullen worden. Zonder het te weten zijn zij het werktuig van Gods altijd werkende genade, die schenkt om niet en die gebeden verhoort die opwellen uit de zuiverheid van hart.

De os en de ezel hebben zich achteraf in een hoekje teruggetrokken. Zij verbazen zich over wie er nu weer langs komen. Ook de herder met schaap is getuige van de drie imposante bezoekers op audiëntie bij het pasgeboren kind, sluimerend in de kribbe tussen zijn beide ouders. Ondertussen probeert een kleine kat de aandacht te trekken van de indrukwerkende kameel, die in het geheel geen oog voor haar heeft. Nog niet.

Een moeder en haar kind verlaten de stad Bethlehem. Zij zijn getuige geweest van ongelofelijke gebeurtenissen. Zij hebben overnacht in een stal waarin een kind geboren is. Herders kwamen langs en spraken van een engel die hun een blijde boodschap had verteld. Ze mijmert nog na terwijl ze de hoek omslaat. Vol vertrouwen keert de waterdrager terug naar de altijd stromende bron. Zij heeft gehoord wat er in Bethlehem gebeurd zou zijn. Het verbaast haar niet. Zij weet wat Gods genade vermag. Want alzo lief heeft Hij de wereld gehad.

20 * C +M +B * 22 Christus Mansionem Benedicat: Christus zegene dit huis. Caspar, Melchior en Balthasar boden er hun geschenken aan. Herders hoorden erover van een engel en kwamen het kind met eigen ogen aanschouwen. Een ster hield halt en markeerde de plek. Hier is Jezus geboren, dit is de blek waar je christus kunt vinden. Christus, de levende, God met ons, Immanuel. Het hoogtepunt en tegelijkertijd de oorsprong van Gods genade. Sluimerend in zijn kribbe, geborgen in ons hart. Bron van Liefde, Gods gift.